Koos Zwaan is al de derde generatie die de Opperdoezer Ronde teelt. Een unieke aardappel, die alleen te vinden is op de zavelrijke gronden van Opperdoes.Wat maakt deze aardappel zo bijzonder? Koos vertelt: “Opperdoezers worden nog ambachtelijk geteeld en met de hand gerooid, vanwege de kwetsbare schil. Ze zijn beperkt beschikbaar. Van eind mei tot eind september/begin oktober.
Bovendien is het een echte delicatesse, met een eigen, romige smaak.”

Om dit speciale aardappeltje te beschermen is er een telersvereniging opgericht. Deze vereniging zorgt voor de afzet, waarborgt de kwaliteit en geeft het pootgoed uit.

“Ik wil een mooie, smaakvolle aardappel telen voor de échte aardappel liefhebber,” zegt Koos. En dat telen wordt door het snel veranderende en extreme weer soms wel lastig. “Ervaring leert dat geen enkel jaar hetzelfde is. Het geheim van de perfecte Opperdoezer Ronde is een combinatie van grond en aardappel. Stel, het land is niet op orde, dan kunnen de planten verdrinken. Maar ik bezit jarenlange kennis van mijn opa en vader. Ik probeer geen steken te laten vallen. Als je het doet, doe het dan goed.”Op de vraag of hij zelf ook weleens een aardappeltje van eigen land eet antwoordt Koos: “Thuis eten wij vier dagen in de week onze eigen aardappelen. Het liefst gekookt en met een klontje roomboter. Het draait om de smaak van de aardappel. Heerlijk romig. Daar is geen verdere poespas voor nodig.”

Koos zijn land ligt in de 100 hectare zavelgrond (zand/klei) rond de kerk van Opperdoes, waardoor hij dit ras onder de BOB-status mag telen. Goede zorg voor de grond is essentieel. De gewassen en grond worden dan ook met zorg onderhouden. Niet voor niets ontvangt Koos jaarlijks de certificering On the way to PlanetProof en Beter voor Natuur en Boer.